Een gedeeld verleden, 50 jaar onafhankelijkheid en de relatie Suriname-Nederland, een reflectie op de rechtsbetrekking tussen Suriname en Nederland, het concordantiebeginsel en het nieuw Burgerlijk Wetboek (Burgerlijk Wetboek 2023) van Suriname dat op 1 mei 2025 in werking treedt. Dat zijn enkele onderwerpen die breed zijn belicht tijdens het symposium: "70 jaar Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, 50 jaar onafhankelijkheid Suriname, inwerkingtreding Nieuw Burgerlijk Wetboek: Reflectie en Toekomst". De Nationale Assemblée heeft het symposium samen met de Nederlandse Vereniging voor Rechtsvergelijking, de Anton de Kom Universiteit, Open Universiteit en de Universiteit van Antwerpen georganiseerd op donderdag 6 februari 2025.
“Dit symposium is niet alleen een moment van terugblik, maar vooral een kans om samen na te denken welke lessen wij kunnen meenemen uit het verleden, om te bouwen aan een rechtvaardige, maar bovenal florerende samenleving”, aldus DNA-voorzitter Marinus Bee MSc LLB. in zijn openingsspeech. De invoering van het Nieuw Burgerlijk Wetboek op 1 mei noemt hij een aanmerkelijke stap, die van belang is voor de verdere ontwikkeling van de rechtsstaat Suriname.
“Wetgeving is mogelijk de voornaamste steunpilaar van elke samenleving, die voorschrijft dat ons juridisch kader steeds in lijn moet zijn met de hedendaagse realiteit. De impact zal voor de totale Surinaamse samenleving groot zijn, dus is het aan DNA om ervoor te zorgen, dat relevante wet- en regelgeving ervoor zorgt, dat deze overgang soepel verloopt”, aldus Bee.
Ambassadeur van Nederland in Suriname, Walter Oostelbos, ging in op het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden(1954), een overeenkomst tussen de landen van het Koninkrijk der Nederlanden, die de verhoudingen tussen de landen regelt en hoe Suriname zich na de onafhankelijk verder heeft geprofileerd. De relatie tussen Suriname en Nederland zal altijd anders zijn. Dat komt door de gedeelde geschiedenis, door de vele familiebanden en de vele vriendschappen. In het verleden, heden en toekomst zijn wij famirie”, aldus de ambassadeur.
Ook vicevoorzitter drs. Dew Sharman onderstreept de warme band tussen Suriname en Nederland. Suriname heeft volgens hem een moedige stap ondernomen om na 156 jaren een Nieuw Burgerlijk Wetboek te introduceren dat afgestemd is op de hedendaagse samenleving. “De stappen die wij vandaag zetten, bepalen het Suriname van morgen”, aldus Sharman.
Ondanks de onafhankelijkheid maakte Suriname in grote mate gebruik vandaag wetgeving van vóór 1975 en ons Burgerlijk Wetboek bleef in grote mate hetzelfde. De eerste aanzet tot wijziging werd reeds in 1922 gezet, maar het was in 2006 geweest dat de toenmalige minister van Justitie en Politie, Chandrikapersad Santokhi, een commissie instelde die baanbrekend werk heeft verricht. Sharman, die voorzitter van de Commissie van Rapporteurs was, zegt dat de wet in januari 2022 is aangeboden aan DNA en februari 2022 werd een Commissie van Rapporteurs benoemd die een heel traject van hearings heeft gehouden, om zoveel als mogelijk de rechtsbeleving dicht bij de rechtsbeoefening te brengen. Inmiddels is de wet goedgekeurd, afgekondigd en gepubliceerd.
Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, Internationaal Business en Internationale Samenwerking zei tijdens zijn toespraak om vooral kritisch te reflecteren naar het verleden en de toekomst van Suriname. “Wij weten allemaal dat Suriname in de afgelopen eeuwen een bijzonder en ingrijpend verleden heeft gekend en nog steeds doormaakt. De uitwerking van dat verleden is nog steeds zichtbaar, soms positief, soms negatief en dat moeten we ook goed analyseren en de samenleving opbouwen”, aldus de minister.
Ook president Chandrikapersad Santokhi sprak de aanwezigen toe. “Wij hebben de historische plicht om de toekomstige welvaart van Suriname beter te besturen dan wat we met de onafhankelijkheid hebben gedaan”, aldus Santokhi. Er is een cruciale voorwaarde voor de realisatie van een bloeiende economie en dat is een goed functionerende rechtsstaat.
Vol passie vertelde de historicus, thans onderminister van Binnenlandse Zaken, Maurits Hassankan, voor welke uitdagingen Suriname heeft gestaan rond de onafhankelijkheid. Hij is voorstander van eenheid onder de bevolking en keurt etnische politiekvoering pertinent af. “We zien dat de verschillende bevolkingsgroepen die vroeger gescheiden leefden, nu meer in contact komen met elkaar. Wanneer je met elkaar in contact treedt, kan dat leiden tot integratie en beter begrip voor elkaar, dan gaan bepaalde vooroordelen die we over elkaar hebben ook weg”.
Chequita Akkal-Ramautar, wierp een Surinaamse blik op het Statuut in historisch perspectief, de rechten op grond, en de nieuwe regels in het Nieuwe Burgerlijk Wetboek die betrekking hebben op langdurig onverdeeld gebleven boedels en gemeenschappen. Enkele van haar conclusies zijn:
Wanda Pherai gaf een uiteenzetting over de staatkundige ontwikkeling en mensenrechten. Suriname staat voor de volgende uitdagingen. Enkele die zij aanhaalde: ”Hoe moet het constitutioneel stelsel verder worden ontwikkeld? Moeten wij onze grondenrechten verder gaan aanpassen? Moet DNA haar rechten niet beter effectueren?”.
Professor Monique Veira ging in op de invloed van het statuut en wierp een blik op de verdere ontwikkeling van het Surinaams erfrecht. Haar visie op de verdere ontwikkeling van het Surinaams erfrecht: “Met de inwerkingtreding van het Nieuw Surinaams Burgerlijk Wetboek op 1 mei 2025 wordt de rechtseenheid tussen Suriname, CAS-landen en Nederland hersteld”.
Hans Lim A Po deed een reflectie op de rechtsbetrekking tussen Suriname en Nederland en wees vooral erop dat Suriname probleemoplossend moet werken: “Goede wetgeving betekent niet dat je de problemen van vandaag regelt, het betekent dat je een lange termijn visie hebt, dat je kan kijken naar de problemen van de toekomst.
Michael Milo, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Rechtsvergelijking, gaf een inleiding over het Oud en Nieuw Burgerlijk Recht in Suriname en Nederland, vergelijkend-historische opmerkingen over verwachtingen naar aanleiding van codificatie.
“Uw nieuw Burgerlijk Wetboek wekt groot vertrouwen, maar wat mij betreft: de beste codificatie maakt recht noch rechtvaardigheid. Dat is iets wat we zelf moeten doen, elders in Nederland en Suriname, waar dan ook. Dat moet lukken want de hoogste deugden die een jurist nodig heeft, staan in uw wapen: Justitia, Pietas, Fides’.
Bastiaan van der Velden, rechtshistoricus ging in op het concordantiebeginsel. “Er is een fantastisch nieuwe veld van onderzoek bijgekomen nu we weten dat het Burgerlijk Wetboek uit 1869 vervangen zal worden met een nieuwe. Als rechtshistoricus zal ik mijn tanden erin zetten”. De wetenschappers zijn het erover eens dat zowel Nederland als Suriname van elkaar kunnen leren.
“Nederlanders leren veel meer als ze buiten Nederland zijn. Vandaag heb ik heel veel geleerd wat ik helemaal niet wist”, aldus professor Viola Heutger, die de dagvoorzitter van het symposium was. Er wordt reikhalzend uitgekeken naar programma’s die de gemeenschap moeten informeren over het Nieuw Burgerlijk Wetboek.