Parlementsvoorzitter gekozen tot vicevoorzitter parlementair netwerk klimaatverandering
De voorzitter van De Nationale Assemblée (DNA), drs. Jennifer Geerlings-Simons, is op vrijdag 4 augustus 2017 gekozen tot vicevoorzitter van de Parliamentary Network on Climate Change voor de regio Zuid-Amerika. Dit is één van de werkgroepen van ParlAmericas. Mevrouw Simons staat aan het hoofd van een parlementaire delegatie die in Panama City, Panama vertoeft voor het bijwonen van de “2nd Gathering of the Parliamentary Network on Climate Change Renewable Energies.” De parlementaire delegatie bestaat verder uit de leden Glenn Sapoen (NDP) en dr. Riad Nurmohamed (VHP).
Mevrouw Simons heeft op donderdag 3 augustus 2017 de “2nd Gathering of the Parliamentary Network on Climate Change Renewable Energies” toegesproken. Tijdens haar toespraak is de DNA-voorzitter niet voorbij gegaan aan het feit, dat de wereld tenminste twee tot drie decennia al ervan op de hoogte was dat klimaatverandering een probleem zou vormen. Echter heeft de wereld tot nu toe de problemen niet effectief kunnen aanpakken. In Parijs, waar negentig landen de overeenkomst hebben getekend keken de neuzen wel in één richting. Voorzitter Simons heeft tijdens andere ParlAmericas bijeenkomsten en de IPU-vergadering in Ecuador aandacht gevraagd voor deze kwestie.
Mevrouw Simons zegt, dat zelfs na deze vergadering er nieuwe handelsovereenkomsten zijn gesloten, die aan internationale bedrijven steeds meer macht geven. Wanneer met name ontwikkelingslanden wetgeving maken ter bescherming van de gezondheid van de burgers en het milieu worden ze geconfronteerd met rechtszaken vanwege het feit dat bedrijven van mening zijn dat hun kansen om enorme winsten te maken worden gehinderd door het toepassen van deze beschermende voorschriften. Als deze kwesties niet worden aangepakt, is het moeilijk om klimaatverandering tegen te gaan.
“Suriname is het groenste land op aarde. Wij dragen bij tot mitigatie, maar krijgen tot op dit moment weinig internationale steun om ons bos te beschermen en om van een mijnbouw en houtkap economie te gaan naar een economie waarin onze ontwikkeling is verbonden met de bescherming en het beheer van deze natuurlijke hulpbronnen”, zegt mevrouw Simons.
Verder zegt de DNA-voorzitter: “Wij nemen de verantwoordelijkheid voor de natuurlijke hulpbron, die het Surinaams oerwoud is en plannen voor de transitie van onze economie. Deze overschakeling is niet eenvoudig en om landen als Suriname te helpen die te maken zouden er effectieve mechanismen moeten komen die een prijs zetten op CO2 uitstoot. “
De belangrijkste uitdagingen voor het bevorderen van duurzaam energiebeleid in Amerika en het Caribisch gebied zijn ook aangekaart. Er zijn een vijftal uitdagingen gepresenteerd door de groep van het Caribisch gebied namelijk:
- Huidige kunstmatig lage prijzen van fossiele brandstoffen, relatief efficiënte generatoren die gemakkelijk beschikbaar zijn voor relatief lage installatiekosten, beschikbaarheid van de infrastructuur en kennisbasis die is ontwikkeld rond de traditonele manier van energieproductie met fossiele brandstoffen;
- Aanvangsinvesteringen in de opwekkingsinstallaties voor hernieuwbare energie en ook aanpassing van distributienetwerken om de input van hernieuwbare energiebronnen te absorberen zijn groot;
- In sommige landen is er ook gebrek aan bewustwording, zowel bij het grote publiek als bij sommige beleidsmakers, ten aanzien van de ontwikkelingen in prijs en technologie, die plaatsvinden in de duurzame energie sector;
- Voor sommige regio's of landen is het ontbreken van noodzakelijke technische vaardigheden en kennis voor installatie en onderhoud van hernieuwbare energiebronnen een probleem
- Specifiek in het Caribisch gebied zijn er landen waar de gevestigde energiedistributeur een particulier bedrijf is. Dit kan de introductie van hernieuwbare energie afremmen, omdat de gevestigde exploitant dit als concurrentie of winstvermindering ziet. In sommige Caribische landen heeft het geleid en zal het nog leiden tot gerechtelijke processen.
De vergadering van de regionale parlementaire organisatie die op 3 augustus is begonnen wordt vandaag, 4 augustus 2017, afgesloten.