Samenwerking Caribische landen van belang voor milieuplannen en wetgeving

Samenwerking Caribische landen van belang voor milieuplannen en wetgeving

De voorzitter van De Nationale Assemblée (DNA), drs. Jennifer Simons, heeft tijdens de internationale klimaatconferentie, die door de regering is georganiseerd,  duidelijk gemaakt dat het van groot belang is dat landen van vooral het Caribisch gebied samenwerken en hun stem internationaal laten horen.

Suriname, het meest beboste land ter wereld in relatie tot het landoppervlak, heeft zich op de VN Conferentie over Klimaatverandering COP23 in 2017 gecommitteerd om zijn bosbedekking op 93% te houden en hiertoe de internationale gemeenschap opgeroepen ondersteuning te bieden via wetenschappelijke en technologische assistentie, expertise en financiële middelen.

“Ik vertrouw erop dat uw actieve deelname aan dit seminar uw vermogen zal vergroten om bij te dragen aan de ontwikkeling van goede wetgeving en verbetering van onze samenwerkings- en ondersteuningsmechanismen in het Caribisch gebied”, heeft voorzitter Simons aangegeven tijdens haar toespraak op dinsdag 12 februari 2019 in Royal Torarica.

Volksvertegenwoordigingen vervullen een belangrijke rol in alles dat te maken heeft met milieuplannen en milieuwetgeving.  Klimaatverandering is in het Caraïbisch gebied niet alleen een grote bedreiging voor het welzijn van de mens, maar ook een bedreiging voor kleine naties met zwakke economieën. De parlementsvoorzitter zegt dat uiteindelijk elk land in de wereld te maken zal krijgen met de gevolgen van de klimaatverandering. Landen in het Caribisch gebied zijn al zwaar getroffen.

China, de Europese Unie en de Verenigde Staten dragen meer dan de helft van de totale mondiale uitstoot bij. Samen zorgen de top tien van zenders voor bijna driekwart van de wereldwijde uitstoot.

Het is heel belangrijk dat parlementen volledig bewust zijn van artikel 6 van de Overeenkomst van Parijs. Dit artikel maakt marktgerichte koolstofprijsmechanismen mogelijk en zijn er al veel actoren die werken met verschillende gecompliceerde schema's waarvan landen in het Caribisch Gebied niet of niet genoeg informatie hebben.

Landen die netto-emittenten zijn, moeten bijdragen aan een wereldwijd fonds. De DNA-voorzitter zegt dat het onderzoek van de econoom en Nobelprijswinnaar William Nordaus het heel goed heeft aangetoond.

“Wat kunnen wij als kleine Caribische landen in deze situatie doen, om alle grote vervuilers te overtuigen dat actie nu nodig is? Hoe financieren we aanpassing en beperking van rampenrisico's, als financiering moeilijk toegankelijk is? We kunnen niet langer wachten. Wij moeten uitgebreide plannen opstellen om onze mensen te beschermen tegen de gevaren die klimaatverandering met zich meebrengt, omdat onze eigen mitigatie ons niet zal redden”, aldus de DNA-voorzitter.

<< Terug naar berichten